nabeschouwing met Willem Engel en Bodemprocedure Viruswaarheid vs. CBG, 24 oktober 2024

In interview met Willem Engel kijken we terug op de bodemprocedure tegen het CBG van 24 oktober 2024, gevolgd door de registratie van de zitting zoals opgenomen door Pinch of Soot.

links:

overgenomen van Pinch of Soot:

Het duurde ongeveer een uur, de nieuwe poging van Voorwaarheid om via de rechtbank Rotterdam de gentherapeutische prikken per direct een halt toe te roepen, totdat het College Beoordeling Geneesmiddelen (CBG) de toelatingsvergunning voor het schadelijke medicijn op Nederlandse bodem schorst.

Het bleek tevergeefs. De in april 2023 aangestelde rechter Mr. A. Dingemanse zei zes weken nodig te hebben voor een vraagstuk dat al drie jaar geleden beantwoord had moeten zijn.

De rechter stelde goede vragen, leek de feiten en argumenten die Willem Engel, Maria-Louise Genet en Jacob van der Veer uit naam van Voorwaarheid te berde brachten te begrijpen en te onderkennen. Baten mocht het echter niet, een voorlopige voorziening stelde hij niet in. Tegen de tijd dat het vonnis wordt geveld, is het alweer pakjesavond en is de achtste prikronde voorbij.

Als sinds het begin van het gen-prik experiment wordt in Nederland oversterfte geconstateerd en ook nu, na de start van de achtste prikcampagne, hebben alweer 168 mensen zich vanwege ernstige bijwerkingen bij het Lareb gemeld, zo stelde Maria-Louise Genet.

Ondanks het feit dat het CBG bijvoorbeeld eerder de AstraZeneca prik schorste en enkele andere EU-landen hetzelfde deden met betrekking tot de toelating van een of meerdere varianten van de experimentele spuiten voor het eigen grondgebied, bleef het CBG ook tijdens deze zitting van 24 oktober herhalen dat Voorwaarheid aan het verkeerde adres is.

Het CBG zou, aldus Mr. Irene Oosthoek-Spierings van het advocatenkantoor Pels Rijcken, alleen de bevoegdheid hebben de Europese Commissie te informeren over schadelijke effecten. Voorwaarheid kon beter bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) aan te kloppen. Ook zou het CBG geen indicatie hebben gekregen dat de nieuwe middelen schadelijk zouden zijn, stelde Oosthoek.

Voorwaarheid wees de rechter erop dat alarmerende signalen nota bene in de eigen rapporten van het CBG terug te lezen zijn en dat het IGJ ondergeschikt is aan het CBG.

Ook het argument van de verdediging dat de prikken vrijwillig worden 'genomen' hield zowel volgens Voorwaarheid als de rechter geen stand. Uit de berichten die de stichting van of over wanhopige ouders ontvangt, blijkt duidelijk dat er in sommige gevallen veel, soms sociale, druk op mensen wordt uitgeoefend, waardoor er van vrijwilligheid geen sprake meer is.

Het vonnis wordt op uiterlijk 5 december verwacht.